Lente

Hits: 2855
Lente
Lente

Anderhalve meter, anderhalve meter. Het gonsde door de stad. Slingerend door steegjes, zwevend over de gracht. Je zag het. Aan iedereen met een redelijk verstand. Meer gonsde er trouwens niet. Deze lente kreeg gonzen een nieuwe betekenis.

Ik hoorde haar op een gammele omafiets de brug op slingeren. Nog net genoeg vaart om precies bovenaan langzaam tot stilstand te komen. De vrouw stapte af, voordat het vehikel besloot achteruit terug te rijden. Qua leeftijd had ze zomaar een van mijn dochters kunnen zijn. De lange paarse jas zorgde voor een nauwelijks aanvaardbare disbalans, met haar roodgekleurde verwaaide kapsel en met de stralende lentedag. Haar mondkapje was wit, zoals de meeste. Je ging er verrassend snel aan wennen, aan die dingen.

Ze zette de fiets tegen de stalen leuning. Om zich een houding te geven zakte het rijwiel scheef onderuit. In de verte klonk het geronk van een boot. Een kleine was het. Op een dag als deze viel dat op.

Uit een diepe jaszak viste de vrouw een pakje sigaretten. Minstens twintig keer duurder dan toen ik ze voor het eerst kocht. Maar goed. Je moet wat. Uit de andere haalde ze een aansteker. Toen ging het mondkapje af. Natuurlijk. Dat komt er ook allemaal nog bij. Onbezorgd genieten van een rokertje. Dat kun je wel vergeten. En daar hoor je niemand over.

Wat ik maar zeggen wil. Het verbaasde me niet. Ik miste het gewoon. Die intens tevreden uitdrukking, na het eerste inhaleren, als rook en nicotine de longen masseren. Die was in geen velden of wegen te bekennen. Verveeld kwam de vrouw zelfs op me over, en vermoeid. Had ze vanochtend vroeg verschrikkelijk nieuws gekregen? Een familielid lag slecht? Had ze nauwelijks geslapen? Met het verkeerde been uit bed? Of had ze andere zorgen? Langzaam zakte ze neer, tot naast haar fiets.

Langs de gracht sloeg een man van een jaar of veertig rechtsaf de brug op. Een kalfsleren jack had hij aan. Zo zag het er in ieder geval uit. Het kleurde perfect bij zijn gebruinde kale hoofd. Desondanks was hij verre van blij. Geïrriteerd dekte de lading beter. Je zag meteen waardoor dat kwam. Voor hem lag een smalle stoep, in zijn hoofd gonsde ‘anderhalve meter’. Krijg dat maar eens netjes gecombineerd. Dan moest híj over de rijbaan zeker!

‘Weet je wat je veel beter kunt doen, meisje?’ begon hij. Of een vraag retorischer kan?

De vrouw keek op zonder het hoofd te bewegen. Alleen haar wenkbrauwen schoven mee. Je moet het maar kunnen.

‘Ga daar maar lekker zitten.’ De man wees naar een bank langs de gracht. Een houten, vroeger moet hij bruin zijn geweest. Nu niet meer. Frietkippen doopten hem om tot openbaar toilet. De kalfslederen man liep hoofdschuddend en met een flinke boog om de vrouw heen de brug af.

De vrouw zei niks. Ze keek hem na, met een blik die niet iedereen kan lezen. Of wil lezen. Wat vaak veel beter is.

Ze gooide de sigaret, nog lang geen peuk, in de gracht. Een gretige eend maakte direct aanstalten. Om daarna schichtig, het gezicht reddend, onder de brug te verdwijnen. Niks gebeurd.

Ik keek naar de overkant van de gracht. Een rood en paars wapperende omafiets passeerde een kale man. Op zoek naar lente.

Terug naar Kort en klein

Kort en klein e-book

Ook zo'n tekst?
Wil je dit verhaal delen?